La méconnaissance des règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination est aggravée par la circonstance que la loi confie au collège juridictionnel, en qualité d'organe juridictionnel, l'exercice d'une compétence relevant de matières autres que celles visées aux articles 127 et 128 de la Constitution, compétence qui, dans les Régions wallonne et flamande, est exercée par la députation permanente, et ce en méconnaissance de l'article 163 de la Constitution.
De miskenning van de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie wordt verzwaard door de omstandigheid dat de wet aan het rechtsprekend college, als jurisdictioneel orgaan, de uitoefening toevertrouwt van een bevoegdheid die onder andere aangelegenheden valt dan die welke zijn bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet, een bevoegdheid die, in het Waalse en in het Vlaamse Gewest, wordt uitgeoefend door de bestendige deputatie, en zulks met miskenning van artikel 163 van de Grondwet.