Art. 30. Lorsqu'il existe, au regard des articles 10, 3° ou 10, 5°, et des missions confiées à l'organe de contrôle, des motifs graves pour ce faire, les ministres compétents peuvent, en tout temps, décider de réaffecter un fonctionnaire de police.
Art. 30. Indien gelet op de artikelen 10, 3°of 10, 5°, en op de aan het controleorgaan toevertrouwde opdrachten, ernstige redenen daartoe bestaan, kunnen de bevoegde ministers op ieder tijdstip beslissen een politieambtenaar te herplaatsen.