Art. 53. Conformément au classement repris à l'article 52, l'agent a droit au régime de congé annuel suivant : 1° trente-et-un jours ouvrables de congé pour les postes classés aux rangs de pénibilité 1 et 2; 2° trente-huit jours ouvrables de congé pour les postes classés aux rangs de pénibilité 3 et 4; 3° quarante-cinq jours ouvrables de congé pour les postes classés aux rangs de pénibilité 5, 6 et 7.
Art. 53. Overeenkomstig de rangschikking opgenomen in artikel 52, heeft de ambtenaar recht op de volgende jaarlijkse verlofregeling : 1° eenendertig werkdagen verlof voor de posten gerangschikt in de rangen van hardship 1 en 2; 2° achtendertig werkdagen verlof voor de posten gerangschikt in de rangen van hardship 3 en 4; 3° vijfenveertig werkdagen verlof voor de posten gerangschikt in de rangen hardship 5, 6 en 7.