En cas d'absence ou d'empêchement du fonctionnaire dirigeant, et sans préjudice de l'article 16, la suppléance est assurée soit par le conseiller, adjoint à la direction du service désigné par le fonctionnaire dirigeant, par acte écrit et préalable communiqué à chacun des Ministres du Gouvernement, soit, à défaut, par le conseiller, adjoint à la direction du service le plus ancien en service étant entendu qu'à égalité d'ancienneté de service, il sera tenu compte de l'âge.
Bij afwezigheid of verhindering van de leidend ambtenaar en onverminderd artikel 16, wordt zijn plaats ingenomen door ofwel de adviseur, toegevoegd aan de directie van de dienst en aangeduid door de leidend ambtenaar, ofwel bij geschreven akte die vooraf wordt meegedeeld aan alle ministers van de Regering, ofwel, bij ontstentenis, door de oudste adviseur in dienst, toegevoegd aan de directie van de dienst waarbij, in geval van gelijke dienstanciënniteit, rekening wordt gehouden met de leeftijd.