L’Union européenne accorde un soutien au développement de l’agriculture sur de vastes étendues. La mondialisation et la crise économique ont montré qu’un dysfonctionnement au niveau local pouvait engendrer une crise mondiale. Dans ces conditions, ne conviendrait-il pas de soutenir les petites exploitations agricoles familiales pour garantir la conservation de la biodiversité, le développement des produits biologiques, l’équilibre et la conservation des plantes en cas de maladies, ainsi que l’autosuffisance des États?
Gelet op de ontwikkeling in de landbouw naar grote landbouwarealen en de ondersteuning die door de Europese Unie aan die ontwikkeling wordt gegeven, en gelet op de mondialisering en de economische crisis die laat zien hoe een plaatselijk probleem tot crisis over de gehele planeet kan leiden, luidt de vraag of wij niet de kleine familiebedrijven moeten ondersteunen, vanwege behoud van biodiversiteit en ontwikkeling van organische producten, herstel en behoud van de flora in geval van ziekten, en de zelfvoorziening van de staten?