L’arrêt SMI (29) distingue deux hypothèses en cas de vente des activités qui ont bénéficié d’une aide, à savoir la vente des parts sociales de l’entreprise, à la suite de laquelle l’entreprise ayant bénéficié des aides conserve sa personnalité juridique (share deal), et la vente de tout ou une partie des actifs de l’entreprise à une autre entreprise, à la suite de laquelle l’activité économique aidée n’est plus exercée par la même personne juridique (asset deal).
Het SMI-arrest (29) maakt onderscheid tussen twee hypothesen in geval van verkoop van activiteiten waarvoor steun is verleend, met name de verkoop van het maatschappelijk kapitaal van de onderneming, waarna de steunontvangende onderneming haar rechtspersoonlijkheid behoudt (share deal), en de verkoop van alle of een deel van de activa van de onderneming aan een andere onderneming, waarna de ondersteunde economische activiteit niet meer door dezelfde rechtspersoon wordt uitgeoefend (asset deal).