1. Les autorités désignées des États membres peuvent, dans des cas spécifiques et sur la base d'une demande motivée, présentée sous la forme écrite ou électronique, accéder aux données conservées dans le VIS, visées aux articles 9 à 14, s'il y a des motifs raisonnables de considérer que la consultation des données VIS contribuera substantiellement à la prévention à la détection ou à l'investigation d'infractions terroristes et autres infractions pénales graves.
1. De aangewezen autoriteiten van de lidstaten kunnen in een specifiek geval en na een gemotiveerd schriftelijk of elektronisch verzoek toegang krijgen tot de in het VIS opgeslagen gegevens als bedoeld in de artikelen 9 tot en met 14, indien er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat raadpleging van de VIS-gegevens wezenlijk zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten.