G. considérant que, en janvier 2002, des garanties relativement similaires furent négociées ‑ au nom de 19 pays ayant envoyé en Afghanistan des forces de maintien de la paix, en ce compris plusieurs pays membres de l'Union européenne ‑ entre la Force internationale d'assistance à la sécurité et le gouvernement provisoire de l'Afghanistan, ce dernier convenant qu'aucun membre de cette force ne pouvait ni être remis ni être transféré à la garde d'un tribunal international ou de toute autre entité ou État sans le consentement exprès du pays contributeur,
G. overwegende dat in januari 2002 min of meer vergelijkbare garanties werden uitonderhandeld namens 19 landen met vredeshandhavers in Afghanistan, inclusief een aantal EU-lidstaten, tussen de International Security Assistance Force en de interimregering van Afghanistan, waarbij Afghanistan ermee instemde dat "geen enkel lid van deze Security Assistance Force aan een internationaal tribunaal of enige andere entiteit of staat uitgeleverd of op andere wijze overgedragen mag worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van het participerende land",