Si le dossier de l'usager contient une motivation écrite telle que visée à l'article 33, § 4, alinéa 2, qui est encore pertinente, l'usager exerce son droit de consultation du dossier par l'intermédiaire d'un membre de l'équipe du service de santé mentale ou d'un autre service de santé mentale désigné par lui, lequel membre consulte également les annotations personnelles visées à l'alinéa 3.
Indien het dossier van de gebruiker een schriftelijke motivering bevat, zoals bedoeld in artikel 33, § 4, tweede lid, die nog steeds relevant is, oefent de gebruiker zijn recht op inzage van het dossier uit via een door hem aangewezen lid van de ploeg van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg of van een andere dienst voor geestelijke gezondheidszorg. Dat lid neemt ook inzage van de persoonlijke aantekeningen bedoeld in het derde lid.