3. Sous réserve du paragraphe 6, les entreprises visées au paragraphe 2 et celles qui, au moment de la notification de la présente directive, pratiquent le cumul des deux activités couvertes par la présente directive et la directive 73/239/CEE, peuvent continuer à pratiquer le cumul, à condition d'adopter une gestion distincte, conformément à l'article 14, pour chacune de ces activités.
3. Onder voorbehoud van lid 6 mogen de in lid 2 bedoelde ondernemingen en de ondernemingen die op het tijdstip van kennisgeving van deze richtlijn, de twee werkzaamheden die door de onderhavige richtlijn en door Richtlijn 73/239/EEG worden bestreken, gelijktijdig uitoefenen, zulks blijven doen mits zij overeenkomstig artikel 14, voor elk van die werkzaamheden een gescheiden beheer voeren.