Au cours des travaux préparatoires, la question s'est posée de savoir si ce mécanisme de jugement réputé contradictoire créait une discrimination entre le prévenu qui se présente ou se fait représenter par son avocat à l'audience d'introduction puis ne se présente plus et celui qui décide de ne pas venir du tout, car la sanction pourrait être disproportionnée et en outre entraîner un effet pervers, les justiciables préférant ne pas venir pour se ménager la voie de l'opposition (Doc. parl., Sénat, 2002-2003, n° 2-1356/2, pp. 2 et 3).
In de loop van de parlementaire voorbereiding is de vraag gerezen of dat mechanisme van een vonnis dat wordt geacht op tegenspraak te zijn gewezen een discriminatie zou invoeren tussen de beklaagde die verschijnt of zich door zijn advocaat laat vertegenwoordigen op de inleidingszitting en nadien niet meer verschijnt, en diegene die beslist helemaal niet te komen, want de sanctie zou onevenredig kunnen zijn en bovendien een pervers gevolg kunnen hebben, in die zin dat het rechtssubject liever niet verschijnt om de mogelijkheid tot verzet te behouden (Parl. St., Senaat, 2002-2003, nr. 2-1356/2, pp. 2 en 3).