« Art. 136. La personne visée à l'article 14, § 1, ses parents ou les personnes qui exercent l'autorité parentale à son égard, et le procureur du Roi peuvent interjeter appel contre les ordonnances rendues par le juge de la jeunesse ou le juge d'instruction en application des articles 50, 51, 52, 54, 56, 58, 61, 62, 63, § 1.
« Art. 136. De persoon bedoeld in artikel 14, § 1, zijn ouders of de personen die het ouderlijk gezag ten aanzien van hem uitoefenen, en de procureur des Konings kunnen hoger beroep instellen tegen de beschikkingen van de jeugdrechter of de onderzoeksrechter gegeven in toepassing van de artikelen 50, 51, 52, 54, 56, 58, 61, 62, 63, § 1.