La première année d'interruption de carrière est d'office admissible sans aucune contrepartie financière de la part de l'agent, tandis que les 48 mois suivants sont uniquement admissibles moyennant le versement d'une cotisation volontaire égale à 7,5 p.c. du traitement brut dont l'agent aurait bénéficié s'il était resté en activité.
Het eerste jaar loopbaanonderbreking is ambtshalve aanneembaar zonder enige financiële tegenprestatie vanwege het personeelslid, terwijl de volgende 48 maanden slechts aanneembaar zijn mits de storting van een vrijwillige persoonlijke bijdrage gelijk aan 7,5 pct. van de brutowedde die het personeelslid genoten zou hebben indien hij in dienst was gebleven.