4. Le fait que « les garanties relatives à la confidentialité et à la sécurité des données à caractère personnel (.) » (article 6, § 3, alinéa 2) n'ont pas encore été arrêtées par le Roi, n'empêche-t-il pas le centre de procéder au traitement des données à caractère personnel relatives aux opinions et aux activités philosophiques et religieuses, au sens de l'article 6, § 3, alinéa 1 (notamment dans l'accomplissement des tâches visées à l'article 1, sous 1º et 3º) ?
4. of, nu « de waarborgen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging van de persoonsgegevens (.) » (artikel 6, § 3, tweede lid) door de Koning niet werden bepaald, dit het centrum niet verhindert om de in artikel 6, § 3, eerste lid, bedoelde verwerking van persoonsgegevens van levensbeschouwelijke aard te verrichten (met name bij het vervullen van de taken, bedoeld in artikel 6, § 1, 1º en 3º);