36. Lorsqu'il examine des doutes ou des préoccupations quant au respect de la présente Convention et des cas de non-respect, notamment un usage abusif des droits énoncés dans la Convention, le Conseil exécutif consulte les États parties intéressés et, selon qu'il convient, demande à l'État partie de prendre des mesures pour redresser la situation dans des délais fixés.
36. Bij de bestudering van twijfels of bezorgdheid over de naleving en van gevallen van niet-naleving, met inbegrip van, onder andere, misbruik van de ingevolge dit Verdrag omschreven rechten, pleegt de Uitvoerende Raad overleg met de betrokken Staten die Partij zijn bij dit Verdrag en verzoekt, indien passend, de Staat die Partij is bij dit Verdrag maatregelen te nemen om de situatie binnen een aangegeven termijn recht te zetten.