56. condamne vivement la réduction des crédits d'engagement de l'aide humanitaire par le Conseil étant donné qu'elle ne permet pas de résoudre le problème du report des factures impayées des exercices précédents alors qu'elle compromet la bonn
e application de la politique d'aide humanitaire et met dès lors en danger l'existence de ses bénéficiaires; souligne que le montant des crédits de paiement de la réserve d'
aide d'urgence doit correspondre à celui des crédits d'engagement et qu'il doit être inscrit au budget au-delà du plafond d
...[+++]es paiements prévu par le CFP; souligne que la différence entre les crédits d'engagement et les crédits de paiement de la politique d'aide humanitaire doit être réduite pour tenir compte du fait que cette politique se caractérise par des cycles de dépense courts et pour mettre un terme à la pratique du report des factures impayées des exercices précédents; dénonce vigoureusement les effets néfastes qu'engendrent, sur l'aide humanitaire, les réductions de paiement, et en particulier les reports de paiement et les opérations différées, qui sont la conséquence d'une mauvaise organisation budgétaire et qui sont particulièrement malvenues alors que tant d'habitants de notre périphérie sont touchés par l'instabilité qui s'aggrave; estime que ces événements d'une grande tristesse ont toutefois le mérite de nous alerter sur la nécessité d'établir le budget de façon plus rationnelle; 56. veroordeelt ten strengste de verlaging door de Raad van de vastleggingskredieten voor humanitaire hulp, waardoor het probleem van achterstanden met onbetaalde rekeningen uit eerdere jaren niet verholpen kan worden en een doeltreffende uitvoering van dit beleid in gevaar wordt gebracht, wat levensbedreigend is voor de ontvangers van die hulp; benadrukt dat het niveau van de betalingskrediet
en voor de Reserve voor noodhulp overeen moet komen met het niveau van de vastleggingskredieten en dat deze kredieten in de begroting moeten worden opgenomen boven het maximum van het MFK voor de betalingen; benadrukt dat het verschil tussen de va
...[+++]stleggings- en betalingskredieten van de humanitaire hulp verkleind moet worden om rekening te houden met de korte bestedingscycli op dit terrein en om te breken met de gewoonte van het overdragen van achterstanden van onbetaalde rekeningen van voorgaande jaren; is sterk gekant tegen de nadelige gevolgen die verlagingen van de betalingen, met name uitgestelde betalingen en verrichtingen, die het gevolg zijn van een te krappe begroting, hebben voor humanitaire hulp, met name omdat in de perifere landen een groot aantal mensen te lijden heeft onder een toenemende instabiliteit; is van mening dat deze ontwikkelingen een treurig maar krachtig signaal geven dat een realistischer wijze van begroten onontbeerlijk is;