Il ressort de la disposition en cause, combinée avec l'article 43, 3°, du décret relatif au dopage, qu'un sportif qui s'est rendu coupable de pratiques de dopage ou de pratiques y assimilées à l'occasion de sa préparation ou de sa participation à une manifestation sportive ne peut être poursuivi pénalement pour ces faits, mais peut uniquement subir une sanction disciplinaire.
Uit de in het geding zijnde bepaling, in samenhang gelezen met artikel 43, 3°, van het Dopingdecreet, volgt dat een sportbeoefenaar die zich ter gelegenheid van zijn voorbereiding op of zijn deelname aan een sportmanifestatie schuldig heeft gemaakt aan dopingpraktijken of daarmee gelijkgestelde praktijken, voor die feiten niet strafrechtelijk kan worden vervolgd, maar enkel disciplinair kan worden gestraft.