(5) La même observation vaut pour les référendaires et les juristes de parquet près les cours et près les tribunaux lorsque ceux-ci pourront être désignés pour exercer leurs fonction dans une cour, un tribunal ou un auditorat du travail (voir, à ce sujet, l'avant-projet de loi « portant réforme de la carrière et du statut pécuniaire des membres du personnel de l'ordre judiciaire de niveau A, des greffiers et des secrétaires » actuellement soumis pour avis à la section de législation du Conseil d'État sous le no 41.041/2/V).
(5) Dezelfde opmerking geldt voor de referendarissen en de parketjuristen bij de hoven en bij de rechtbanken wanneer deze aangewezen kunnen worden om hun ambt uit te oefenen in een arbeidshof, een arbeidsrechtbank of op een arbeidsauditoraat (zie in dat verband het voorontwerp van wet « tot herziening van de loopbanen en de bezoldiging van de personeelsleden van de rechterlijke organisatie van het niveau A, de griffiers en de secretarissen" dat thans voor advies is voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State onder nr. 41.041/2A0.