Un membre souhaite savoir de quelle manière l'article 61bis du Code d'instruction criminelle proposé sera appliqué lorsque, comme dans le cas de la disparition de Loubna Ben Aïssa, le 5 août 1992, le procureur du Roi n'a pas désigné un juge d'instruction ou lorsqu'il y a une instruction en cours, et que l'inculpé n'a pas encore été identifié, comme c'était initialement le cas pour la disparition de Julie et Mélissa et de An et Eefje.
Een lid wenst te weten op welke manier het voorgestelde artikel 61bis van het Wetboek van Strafvordering zal worden toegepast wanneer, zoals bij de verdwijning van Loubna Ben Aïssa op 5 augustus 1992, de procureur des Konings geen onderzoeksrechter heeft aangewezen of, wanneer het onderzoek loopt doch de verdachte nog niet is geïdentificeerd, zoals aanvankelijk het geval was in de verdwijningszaak van Julie en Mélissa en van An en Eefje.