Toutefois, il peut être admis qu'on ne peut « manifestement pas utiliser une liste limitative d'infractions que l'indicateur pourrait commettre, moyennant autorisation du procureur du Roi, parce qu'à la moindre suspicion, l'organisation terroriste ou criminelle testerait très vite l'indicateur en lui faisant commettre certaines infractions qui ne figurent pas sur la liste » (ibid., p. 36).
Er kan echter worden aangenomen dat « er [.] duidelijk niet gewerkt [kan] worden met een limitatieve lijst van misdrijven die de informant, mits toelating van de procureur des Konings, zou mogen plegen, omdat de terroristische of criminele organisatie dan zeer snel de proef op de som zou nemen door, bij het minste vermoeden, de informant bepaalde misdrijven die niet op de lijst staan, te laten plegen » (ibid., p. 36).
