Je crois pouvoir comprendre que la question de l'honorable membre porte sur les contrats d'assurance temporaire au décès à capital décroissant (assurance de solde restant dû) affectée à la garantie d'un emprunt hypothécaire, qui sont a priori, au moment de leur conclusion, susceptibles d'entrer en considération tant pour la déduction pour habitation unique visée aux articles 104, 9°, 115 et 116, du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 92), que pour la réduction d'impôt pour épargne-pension visée aux articles 145 1, 5° et 145 8 à 145 16, CIR 92.
Ik meen te mogen begrijpen dat de vraag van het geachte Lid betrekking heeft op de tijdelijke verzekeringscontracten bij overlijden met afnemend kapitaal (schuld-saldoverzekering) die dienen tot waarborg van een hypothecaire lening, die aan-vankelijk, op het ogenblik waarop het contract wordt aangegaan, zowel in aanmerking kunnen komen voor de aftrek voor enige woning als bedoeld in artikel 104, 9°, 115 en 116, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), als voor de belastingvermindering voor pensioensparen bedoeld in de artikelen 145 1, 5°, en 145 8 tot 145 16, WIB 92.