25. rappelle que l'innovation et la créativité sont des processus qui peuvent, jusqu'à un certain point, être cultivés, enseignés et améliorés; invite, par conséquent, à ce que l'innovation et la créativité soient mieux intégrées aux systèmes d'enseignement des États membres de l'UE, afin de repérer et de diffuser les bonnes pratiques, les programmes d'études (educational curricula) et les méthodes d'enseignement (instructional methods) créatifs et innovants mis en œuvre par les États membres;
25. wijst erop dat innovatie en creativiteit processen zijn die, tot op zekere hoogte, gecultiveerd, aangeleerd en verbeterd kunnen worden; staat er daarom op dat innovatie en creativiteit in grotere mate worden opgenomen in de onderwijsstelsels van de EU-lidstaten; vraagt de erkenning en verspreiding van beste praktijken op het vlak van creatieve en innoverende leerplannen en onderwijsmethoden die worden gebruikt door de lidstaten;