L
es dispositions soumises à la Cour, dans l'interprétation précisée ci-dessus, méconnaissent par ailleurs les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elles confèrent à l'Etat belge une position privilégiée par rapport aux autres créanciers qui ont fait procéder à une saisie conservatoire selon le droit commun : on ne
perçoit pas ce qui serait de nature à justifier objectivement et raisonnablement la position privilégiée de l'Etat belge, créancier d'une pe
rsonne titulaire de crédits d'impôt e ...[+++]n matière de T.V. A.
De aan het Hof voorgelegde bepalingen, in de hiervoor gepreciseerde interpretatie, miskennen bovendien de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij aan de Belgische Staat een bevoorrechte positie verlenen ten opzichte van de andere schuldeisers die een bewarend beslag hebben laten leggen volgens het gemeen recht : het is niet duidelijk wat de bevoorrechte positie van de Belgische Staat, schuldeiser van een persoon die houder is van belastingkredieten op het stuk van de B.T.W., objectief en in redelijkheid zou kunnen verantwoorden.