1. a) Les États membres qui n'utilisent pas de copies nationales veillent à ce que tout accès à des données à caractère personnel et tout échange de ces données avec le CS-SIS soient enregistrés dans le N.SIS II afin de contrôler l'admissibilité de la consultation, et la licéité du traitement des données, d'assurer un autocontrôle et le bon fonctionnement du NS-SIS, ainsi que l'intégrité et la sécurité des données.
1 (a) Lidstaten die geen nationale kopieën gebruiken, zorgen ervoor dat elke toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in, respectievelijk met het CS-SIS wordt vastgelegd in het N.SIS II met het oog op controle op de toelaatbaarheid van de bevraging, om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, ten behoeve van interne controle en om te zorgen voor de goede werking van het N.SIS II en voor de integriteit en beveiliging van de gegevens.