4. estime que les dispositions de la directive 93/7/CEE sont insuffisantes, surtout en ce qui concerne la prescription au terme d'une année, délai qui devrait être porté au moins à trois ans, comme il est prévu à l'article 5 de la convention Unidroit encouragée dans le cadre des Nations Unies sur les objets culturels volés ou illicitement exportés, signée à Rome le 24 juin 1995;
4. is van mening dat de bepalingen van Richtlijn 93/7/EEG tekortschieten, vooral ten aanzien van de verjaringstermijn van één jaar die minimaal op drie jaar moet worden gebracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van de onlangs in het kader van de Verenigde Naties gesloten UNIDROIT-overeenkomst inzake de teruggave van gestolen kunstwerken, die op 24 juni 1995 in Rome is ondertekend;