Ladite disposition fut modifiée par la loi du 24 juin 1970 (dont est issu l'article 50, alinéa 2, en cause) compte tenu de ce qu'elle aboutissait « à organiser un moratoire judiciaire de deux mois et demi et à retarder ainsi toutes les exécutions, alors que la réforme judiciaire tend à accélérer le cours des affaires » (Doc. parl., Sénat, ibid., pp. 2 et 3).
Die bepaling werd gewijzigd bij de wet van 24 juni 1970 (waaruit het in het geding zijnde artikel 50, tweede lid, is voortgekomen), rekening houdend met het feit dat zij leidde tot « het invoeren van een gerechtelijk verwijl van twee en een halve maand, waarbij alle tenuitvoerleggingen worden vertraagd, terwijl de gerechtelijke hervorming de vluggere afwikkeling van de zaken tot doel had » (Parl. St., Senaat, ibid., pp. 2 en 3).