Sans préjudice de l'application de l'article 161, le secrétaire du centre public d'aide sociale peut confier l'exercice de la compétence déléguée à d'autres membres du centre public d'aide sociale, à l'exception des compétences, visées à l'alinéa trois, 1°, et à l'article 80, alinéa quatre.
Met behoud van de toepassing van artikel 161 kan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de uitoefening van die gedelegeerde bevoegdheid toevertrouwen aan andere personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de bevoegdheden vermeld in het derde lid, 1°, en in artikel 80, vierde lid.