1. Les États membres veillent à ce que leurs autorités responsables des enquêtes de sécurité établissent entre elles un réseau européen des autorités responsables des enquêtes de sécurité dans l’aviation civile (ci-après dénommé «le réseau»), composé des chefs des autorités responsables des enquêtes de sécurité dans chacun des États membres et/ou, dans le cas d’une autorité multimodale, du chef de sa branche chargée de l’aviation, ou de leurs représentants, y compris un président choisi parmi eux pour une période de trois ans.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat hun veiligheidsonderzoeksinstanties een Europees netwerk van instanties oprichten die onderzoek doen naar de veiligheid van de burgerluchtvaart („het netwerk” genoemd), dat bestaat uit de hoofden van de veiligheidsonderzoeksinstantie in elke lidstaat, of zijn vertegenwoordiger en/of, in geval van een voor meerdere vervoerstakken bevoegde instantie, het hoofd van de afdeling luchtvaart of zijn vertegenwoordiger, met inbegrip van een voorzitter die uit hun midden wordt gekozen voor een periode van drie jaar.