Les États membres peuvent, sans préjudice du droit pénal national en matière de preuve applicable aux enquêtes criminelles et aux procédures judiciaires en cours, permettre ou exiger que ces informations ou documents soient conservés pendant une période supplémentaire de cinq ans, lorsque la nécessité et la proportionnalité de cette conservation prolongée a été établie aux fins de prévenir ou de détecter des cas présumés de blanchiment de capitaux ou de financement du terrorisme ou de mener des enquêtes ou des poursuites à ce sujet.
De lidstaten mogen, onverminderd het nationale strafrecht inzake bewijsmateriaal dat van toepassing is op lopende strafrechtelijke onderzoeken en rechtsprocedures, de bewaring van die informatie of documenten toestaan of verlangen voor een aanvullende termijn van vijf jaar indien de noodzaak en de evenredigheid van die langere bewaring voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van vermoede witwaspraktijken of terrorismefinanciering zijn vastgesteld.