4. Tout État contractant peut, à tout moment, déposer auprès du Secrétaire Général du Conseil de l'Europe une déclaration qui lui confère, en vertu de la présente Convention, le droit d'exécuter une sanction privative de liberté de même nature que celle prononcée dans l'État requérant, même si la durée de celle-ci dépasse le maximum prévu par sa loi nationale pour une sanction de cette nature.
4. Een Verdragsluitende Staat kan op elk tijdstip bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa een verklaring nederleggen, waardoor hij krachtens dit Verdrag bevoegd wordt tot het ten uitvoer leggen van een sanctie die vrijheidsbeneming meebrengt van dezelfde aard als die opgelegd in de verzoekende Staat, zelfs als de duur van die sanctie het maximum overschrijdt dat zijn eigen wetgeving voor een dergelijke sanctie kent.