Art. 21. § 1. En application des dispositions de l'article 18, paragraphe 3, du règlement 2015/262, le transpondeur stérile est implanté par un vétérinaire agréé au sens de l'article 4 de la loi du 28 août 1991 sur l'exercice de la médecine vétérinaire.
Art. 21. § 1. In toepassing van de bepalingen van artikel 18, lid 3, van de verordening 2015/262, wordt de steriele transponder ingeplant door een dierenarts, erkend in de zin van artikel 4 van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde .