4. En ce qui concerne la base interne des différentes initiatives, à partir de 2013, il a toujours été tenu compte de la règle figurant au point 5.3. de l'Accord national médico-mutualiste du 23 janvier 2013, énoncée comme suit: "Les nouveaux projets peuvent être acceptés par la CNMM pour le financement sauf si la CNMM constate que du résultat d'un vote secret, il apparaît que plus de 30% des médecins-généralistes exerçant la garde au sein du territoire du service de garde se sont déclarés en désaccord avec le projet".
4
. Wat betreft het interne draagvlak van de verschillende initiatieven werd vanaf 2013 steeds rekening gehoud
en met de regel van punt 5.3. van het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 23 januari
2013, dat luidt als volgt: "De nieuwe projecten kunnen door de NCGZ worden aanvaard voor financiering behoudens indien de NCGZ vaststelt dat uit het resultaat van een geheime stemming blijkt dat meer dan 30 % van de actieve wachtdoende huisartsen bin
...[+++]nen het werkgebied van de wachtdienst zich niet akkoord verklaren met het project".