Il ressort des motifs du jugement de renvoi que le Tribunal du travail de Liège doit
se prononcer sur l'indemnité compensatoire de préavis due à une personne ayant le statut d'employé, d
ont la rémunération annuelle dépasse 16 100 euros, engagée à partir du 1 janvier 2012, date d'entrée en vigueur de la loi du 12 avril 2011 « modifiant la loi du 1 février 2011 portant la prolongation de mesures de crise et l'exécution de l'accord interprofessionnel, et exécutant le compromis du Gouvernement relatif au projet d'accord interprofessionnel
...[+++] », licenciée à tort pour motif grave, l'employeur ayant mis fin au contrat de travail, le 15 novembre 2013, sans respecter le délai prévu à l'article 35 de la loi du 3 juillet 1978, et justifiant d'une ancienneté de douze ans.Uit de motieven van het verwijzende vonnis blijkt dat de Arbeidsrechtbank te Luik zich dient uit te s
preken over de compenserende opzeggingsvergoeding die verschuldigd is aan een persoon met het statuut van bediende, wiens jaarlijks loon 16 100 euro overschrijdt, aangeworven vanaf 1 januari 2012, datum van inwerkingtreding van de wet van 12 april 2011 « houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord », bediende die onterecht is
...[+++]ontslagen om dringende reden, waarbij de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd op 15 november 2013 zonder de termijn in acht te nemen die in artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 is voorgeschreven, en met een anciënniteit van twaalf jaar.