« Art. 20 bis. - Lorsque, suite au fait dommageable, la victime se trouve dans l'incapacité physique d'introduire une demande, le Ministre qui a les pensions de réparation dans ses attributions peut admettre une demande introduite par une tierce personne au nom de la victime, pour autant que cette demande réponde aux conditions prévues à l'article 19, alinéa premier et qu'elle soit introduite pendant la période durant laquelle la victime est incapable d'introduire sa demande.
« Art. 20 bis. - Wanneer het slachtoffer zich, ten gevolge van het schadelijk feit, in de lichamelijke onbekwaamheid bevindt een aanvraag in te dienen, kan de Minister die de vergoedingspensioenen onder zijn bevoegdheid heeft een aanvraag toelaten ingediend door een derde in naam van het slachtoffer, voor zover deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 19, eerste lid en ze wordt ingediend gedurende de periode tijdens welke het slachtoffer zelf geen aanvraag kan indienen.