C. considérant que le débat sur la flexicur
ité doit être situé dans le cadre des obligations qu'impose le traité en matière d'égalité entre l'homme et la femme et en matière de lutte contre les discriminations et dans le
cadre d'initiatives portant sur la conciliation de la vie professionnelle et de la vie privée, sur l'écart de rémunération entre sexes, sur la stratégie de Lisbonne dans le domaine de la croissance et de l'emploi - par rapport, notamment, à l'objectif d'un taux d'emploi féminin de 60% d'ici à 2010 -, sur les objectifs en matière de soins
...[+++]à l'enfance fixés par le Conseil européen de Barcelone (mars 2002) et sur la question de la transition démographique; considérant la nécessité d'une approche cohérente globale, qui fasse la preuve que la flexicurité est un instrument qui doit tenir dûment compte - et les respecter - d'autres initiatives de l'Union européenne, à savoir le Pacte européen pour l'égalité entre les hommes et les femmes, la Feuille de route pour l'égalité entre les femmes et les hommes (2006-2010), les directives sur l'égalité de traitement entre les femmes et les hommes, la méthode ouverte de coordination en matière de protection sociale et d'insertion sociale et la stratégie d'insertion active de l'Union européenne,C. overwegende dat het debat over de flexi
zekerheid geplaatst moet worden in het kader van de in het Verdrag vastgelegde verplichtingen inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen en antidiscriminatie, en van initiatieven die gericht zijn op het op elkaar afstemmen van werk en privé-leven, opheffing van de salariskloof tussen de geslachten, de Strategie van Lissabon inzake groei en werkgelegenheid, en met name het streefcijfer dat in 2010 60% van de v
rouwen betaald werk dient te verrichten en de door de Europese Raad van Barcelona van
...[+++]maart 2002 vastgestelde streefcijfers voor dagopvang voor kinderen; overwegende dat er behoefte bestaat aan een algemene coherente aanpak, die aantoont dat flexizekerheid een instrument is, dat volledig rekening moet houden en conform moet zijn met andere communautaire initiatieven, zoals het Europees pact voor gendergelijkheid, de Routekaart voor gelijkheid van vrouwen en mannen (2006-2010), de richtlijnen inzake de gelijke behandeling van vrouwen en mannen, de Open Coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie, en de EU-strategie voor actieve integratie,