« L'article 1017, alinéa 4, du Code judiciaire viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que - hormis le cas où les parties succombent respectivement sur quelque chef - le juge ne peut compenser les dépens qu'entre les conjoints, ascendants, frères et soeurs ou alliés au même degré, et non entre les parties entre lesquelles existe ou a existé un lien familial, comme des cohabitants non mariés ou des ex-cohabitants non mariés entre lesquels existent des droits et obligations de nature familiale ?
« Schendt artikel 1017, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat - het geval waarin de partijen onderscheidenlijk omtrent enig geschilpunt in het ongelijk zijn gesteld buiten beschouwing gelaten - de rechter de kosten alleen kan omslaan over echtgenoten, bloedverwanten in de opgaande lijn, broeders en zusters of aanverwanten in dezelfde graad, en niet over partijen tussen wie een familierechtelijke verhouding bestaat, of heeft bestaan, zoals ongehuwd samenwonenden of gewezen ongehuwd samenwonenden tussen wie rechten en verplichtingen van familierechtelijke aard bestaan ?