18. souligne que le transport est un élément essentiel de l’économie européenne puisqu’il permet la mobilité transfrontalière des personnes, des biens et des connaissances; souligne que le transport est un vecteur d’égalité et de mobilité sociale, pour les jeunes en particulier, étant donné qu’il crée des possibilités d'échanges et améliore ces derniers dans le domaine des connaissances et de la formation;
18. benadrukt dat transport een essentieel onderdeel is van de Europese economie, dat mobiliteit van personen, goederen en kennis over de grenzen heen mogelijk maakt; onderstreept dat transport een drijvende kracht is voor gelijkwaardigheid en sociale mobiliteit, en in het bijzonder voor jongeren, aangezien transport mogelijkheden creëert en de uitwisseling op het gebied van kennis en opleiding verbetert;