Si, dans ce dernier délai de huit jours, l'étranger notifie au greffe son souhait de déposer un mémoire de synthèse, il dispose de quinze jours à compter de l'information visée en B.20.1 pour déposer ce mémoire (article 39/81, alinéa 5, de la loi du 15 décembre 1980).
Indien de vreemdeling, binnen die laatste termijn van acht dagen, de griffie in kennis stelt van zijn wens om een synthesememorie neer te leggen, beschikt hij vanaf de in B.20.1 bedoelde kennisgeving over vijftien dagen om die memorie neer te leggen (artikel 39/81, vijfde lid, van de wet van 15 december 1980).