En tant qu'elle doit être comprise comme tendant à un contrôle direct au regard des articles 42 et 162, alinéa 2, 2, de la Constitution - abstraction faite de leur caractère éventuel de normes répartitrices de compétences -, la question préjudicielle ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour, puisque cette dernière ne peut procéder à un contrôle direct au regard de ces dispositions constitutionnelles.
In zoverre de vraag aldus dient te worden begrepen dat zij strekt tot een rechtstreekse toetsing aan de artikelen 42 en 162, tweede lid, 2, van de Grondwet, - abstractie makend van het eventueel bevoegdheidverdelend karakter ervan - behoort de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof, nu het Hof niet rechtstreeks aan die grondwetsbepalingen vermag te toetsen.