L'exigence d'une inoccupation et d'une improductivité d'au moins 180 jours vise à « limiter le bénéfice de [la remise du précompte immobilier] aux inoccupations suffisamment importantes pour entraîner une perte substantielle de revenus durant l'année », à l'exclusion des « inoccupations assez limitées dans le temps » (ibid., p. 4).
De vereiste van een leegstand en een improductiviteit van minstens 180 dagen strekt ertoe « het voordeel van [de kwijtschelding van de onroerende voorheffing te beperken] tot voldoende lange leegstand om een substantieel verlies van inkomsten gedurende het jaar teweeg te brengen », met uitsluiting van de « leegstand die vrij beperkt is in de tijd » (ibid., p. 4).