Le gage, qui confère à un créancier le statut de créancier sursitaire extraordinaire et, par conséquent, l'avantage résultant de l'article 50, alinéa 3, de la loi du 31 janvier 2009, est un contrat que tout créancier est libre de proposer à son débiteur afin de garantir le paiement de la dette de ce dernier.
Het pand, dat aan de schuldeiser het statuut van buitengewone schuldeiser in de opschorting en bijgevolg het voordeel dat voortvloeit uit artikel 50, derde lid, van de wet van 31 januari 2009 toekent, is een overeenkomst die elke schuldeiser vrij kan voorstellen aan zijn schuldenaar teneinde de betaling van de schuld van die laatstgenoemde te waarborgen.