Il appartient de justifier, lors des travaux préparatoires, pourquoi le juge d'instruction, avant de pouvoir délivrer un mandat d'amener, doit citer le témoin défaillant, alors que cette formalité n'est pas requise au stade de l'information (article 75) ni davantage pour ce qui concerne l'interrogatoire de l'inculpé, de la personne suspectée d'avoir commis une infraction ou de la personne interrogée à toutes fins (article 145).
Tijdens de parlementaire voorbereiding moet worden gewettigd waarom de onderzoeksrechter, voordat hij een bevel tot medebrenging kan uitvaardigen, een niet-verschenen getuige moet dagvaarden, terwijl dat vormvereiste niet wordt opgelegd in het stadium van het opsporingsonderzoek (artikel 75) en evenmin voor de ondervraging van de inverdenkinggestelde, van de persoon die ervan wordt verdacht een misdrijf te hebben gepleegd of van de persoon die om enige reden wordt ondervraagd (artikel 145).