4. Le champ d'application de l'instrument de renflouement interne tel que défini au paragraphe 3 n'empêche pas, le cas échéant, l'exercice des pouvoirs de renflouement interne à l'égard de toute partie d'un passif garanti, ou d'un passif couvert par une sûreté, qui excède la valeur des actifs, du nantissement, du gage ou de la sûreté donnés en garantie ou de toute partie d'un dépôt qui excède la couverture prévue par l'article 7 de la directive 94/19/CE .
4. Het in lid 3 vastgelegde toepassingsgebied van het instrument van de inbreng van de particuliere sector belet niet om, in voorkomend geval, deze bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot die delen van door zekerheden of anderszins gedekte verplichtingen die de waarde van de activa, het pand, het pandrecht of de zakelijke zekerheid waarmee zij zijn gedekt, overschrijden of met betrekking tot het bedrag van een deposito dat het niveau van de in artikel 7 van Richtlijn 94/19/EG bepaalde dekking overschrijdt .