Le Roi peut, au cours de cette période, mettre fin, en cas d'inaptitude professionnelle ou pour faute grave, aux fonctions exercées à titre provisoire exclusivement sur la proposition, selon le cas, du premier président de la cour d'appel ou de la cour du travail, du procureur général près la cour d'appel ou du procureur fédéral, et moyennant avis préalable du chef de corps de la cour, du tribunal ou du parquet pour laquelle ou lequel le candidat a été désigné.
Tijdens deze periode kan de Koning, in geval van beroepsongeschiktheid of wegens een zware fout, aan het voorlopig uitgeoefende ambt een einde maken uitsluitend op voorstel van, naar gelang van het geval, de eerste voorzitter van het hof van beroep of het arbeidshof, de procureur-generaal bij het hof van beroep of de federale procureur en na voorafgaand advies van de korpschef van het hof, de rechtbank of het parket waarvoor de kandidaat is aangewezen.