2. souligne la néc
essité de clarifier dans un premier temps le niveau d'ambition de l'Union, et notamment ses objectifs stratégiques et géopolitiques, avant de prendre de nouvelles initiatives et de déterminer les contributions du budget de l'Union; remarque que la communication ne définit pas la relation entre la politique industrielle spatiale de l'Union et la politique de sécurité et de défense commune (PSDC); est d'avis que la politique spatiale de l'Union devrait être considérée comme un complément à la PSDC permettant une meilleure
synergie entre les ressources spatiales ...[+++] civiles et militaires, ce qui reflète justement le double rôle civil et militaire de la PSDC; appelle la Commission, les États membres et la haute représentante de l'Union et vice-présidente de la Commission à définir clairement la contribution potentielle de ce secteur à la PSDC, la nature et le degré des synergies entre le civil et le militaire, le rôle de ces technologies en ce qui concerne le déploiement efficace d'opérations d'aide humanitaire et la prédiction des flux et des schémas migratoires faisant suite à des conflits ou à des catastrophes naturelles, et leur pertinence pour les opérations et les missions de la PSDC et les autres actions de l'Union pour la prévention des conflits, le contrôle des armements, la non-prolifération des armes de destruction massive, la lutte contre le terrorisme, les migrations et le contrôle des frontières; invite la Commission et les États membres à informer le Parlement de leurs projets d'utiliser le programme Copernicus et le service public réglementé du programme Galileo en soutien des missions et des opérations de la PSDC;
2. onderstreept dat, alvorens te beslissen over nieuwe initiatieven en bijdragen uit de EU-begroting, eerst en vooral het ambitieniveau van de EU ten aanzien van haar strategische en geopolitieke doeleinden moet worden vastgesteld; constateert dat de relatie tussen het EU-industriebeleid op het gebied van de ruimtevaart en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) in de mededeling niet wordt gedefinieerd; is van oordeel dat het ruimtevaartbeleid van de EU moet worden beschouwd als een aanwinst voor het GVDB waarmee een betere synergie tussen de civiele en militaire ruimtemiddelen tot stand kan worden gebracht waarin de eigen tweeledige civiele en militaire rol van het GVD
B tot uiting komt; ...[+++]doet een beroep op de Commissie, de lidstaten en de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger om de potentiële bijdrage van deze sector aan het GVDB, de aard en omvang van de civiel-militaire synergieën, de rol van dergelijke technologieën voor de doeltreffende inzet bij humanitaire hulpoperaties en de voorspelling van migratiestromen en -patronen aan de hand van conflicten of natuurrampen, en de relevantie voor GVDB-missies en -operaties en andere EU-acties op het gebied van conflictpreventie, wapenbeheersing, non-proliferatie van technologieën inzake massavernietigingswapens, terrorismebestrijding, migratie- en grenscontrole duidelijk af te bakenen; verzoekt de Commissie en de lidstaten om het Parlement te informeren over plannen om het Copernicus-programma en de publiek gereguleerde dienst van het Galileo-programma te gebruiken voor de ondersteuning van GVDB-missies en -operaties;