Conformément à l’article 7, paragraphe 1, point b), les États membres peuvent exiger des preuves que le regroupant dispose, pour lui-même et les membres de sa famille, d’une assurance maladie couvrant l’ensemble des risques normalement couverts pour les ressortissants nationaux.
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), kunnen de lidstaten verzoeken om bewijs dat de gezinshereniger beschikt over een ziektekostenverzekering die voor hemzelf en voor de leden van zijn gezin alle risico’s dekt die normaal voor de eigen onderdanen zijn gedekt.