Art. 193. § 1. Sont considérés comme dépenses de propagande électorale, toute dépense et tout engagement financier afférents à des messages verbaux, écrits, sonores et visuels, destinés à influencer favorablement le résultat d'un parti politique, d'une liste et de leurs candidats et effectués pendant les trois mois précédant les élections des conseils, ou à partir du jour de la convocation des électeurs en cas d'élections extraordinaires.
Art. 193. § 1. Uitgaven voor verkiezingspropaganda zijn alle uitgaven en financiële verbintenissen voor mondelinge, schriftelijke, auditieve en visuele boodschappen die erop gericht zijn het resultaat van een politieke partij, een lijst en de kandidaten ervan gunstig te beïnvloeden, en worden verricht tijdens een periode van drie maanden voor de verkiezingen van de raden of, in geval van buitengewone verkiezingen, vanaf de dag van de oproeping van de kiezers.