L'étranger ressortissant d'un État membre de l'Espace économique européen (EEE), bénéficiaire de la libre circulation des personnes au sein de l'EEE, et le ressortissant belge peuvent être rejoints par les membres de leur famille suivants, quelle que soit la nationalité de ceux-ci,
à condition qu'ils viennent s'installer ou s'installent avec eux: 1° leur
conjoint; 2° leurs descendants ou ceux de leur conjoint, âgés de moins de 21 ans ou qui sont à leur charge; 3° leurs ascendants ou ceux de leur conjoint qui sont à leur charge; 4°
...[+++]le conjoint des personnes citées aux points 2° et 3° (application de l'article 40, §§ 3, 4 et 6, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers).De vreemdeling, onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), die geniet van het vrij v
erkeer van personen binnen de EER en de Belgische onderdaan kunnen de volgende familieleden, ongeacht hun nationaliteit, laten overkomen, op voorwaarde dat deze zich met hen vestigen of komen vestigen: 1° hun echtgenoot; 2° hun bloedverwanten in nederdalende lijn of die van hun echtgenoot, beneden 21 jaar of die te hunnen laste zijn; 3° hun bloedverwanten in opgaande lijn of die van hun echtgenoot, die te hunnen laste zijn; 4° de echtgenoot van de personen bepaald in de punten 2° en 3° (toepassing van artikel 40, §§ 3, 4 en 6,
...[+++] van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen).