La disposition attaquée instaurerait une différence de traitement non raisonnablement justifiée entre, d'une part, le condamné ou les tiers visés à l'article 464/1, § 3, du Code d'instruction criminelle, dans le cadre d'une enquête pénale d'exécution, et, d'autre part, la personne inculpée d'insolvabilité frauduleuse, en ce que
des renseignements peuvent être demandés aux organismes et personnes énumérés à l'article 2 de la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l'utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme (ci-après : loi du 11 janvier 1993) et en ce que le magistrat E
...[+++]PE peut ordonner, dans le cadre d'une enquête pénale d'exécution, que lesdits organismes et personnes ne se dessaisissent plus de certaines créances et engagements liés à des comptes bancaires, à des coffres bancaires ou à des instruments financiers du condamné ou du tiers précité.De bestreden bepaling zou een niet redelijk verantwoord verschil in behandeling invoeren tussen, enerzijds, de veroordeelde of de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering in het kader van een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek en, anderzijds, de verdachte van bedrieglijk onvermogen, in zoverre inlichtingen kunnen worden opgevraagd bij de ondernemingen en personen zoals opgesomd in artikel 2 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna : wet van 11 januari 1993) en in zoverre de SUO-magistraat het n
iet meer uit handen geven door de v ...[+++]ermelde ondernemingen en personen van bepaalde tegoeden en verbintenissen die verbonden zijn met bankrekeningen, bankkluizen of financiële instrumenten van de veroordeelde of de voormelde derde kan bevelen in het kader van een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek.