La Cour arrive à la même conclusion si la disposition en cause est interprétée en ce sens que l'action en cessation visée à l'article 95 de la L.P.C. C. serait exclue pour l'utilisation de dessins ou modèles visée à l'article 3.16 de la C. B.P.I. , alors qu'une telle action, dans l'interprétation du juge a quo, serait possible pour les atteintes à la marque visées à l'article 2.20, alinéa 1, de la C. B.P.I.
Het Hof komt tot hetzelfde besluit wanneer de in het geding zijnde bepaling aldus wordt geïnterpreteerd dat de in artikel 95 van de WHPC bedoelde vordering tot staking zou zijn uitgesloten voor het in artikel 3.16 van het BVIE bepaalde gebruik van tekeningen of modellen, terwijl een dergelijke vordering, in de interpretatie van de verwijzende rechter, wel mogelijk zou zijn voor de merkinbreuken bedoeld in artikel 2.20, lid 1, van het BVIE.